Wat is de betekenis van schoppen?

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schoppen

schoppen - regelmatig werkwoord uitspraak: schop-pen 1. er een harde stoot met je voet tegen geven ♢ hij schopte de bal in het doel 1. hij zal het nog ver schoppen [zal veel bereiken] ...

2024-04-23
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

schoppen

1. De hoogste kleur en de op één na hoogste speelsoort (na sans atout). 2. De symbolen op de kaarten van deze kleur (♠). 3. Iedere kaart van deze kleur.

2024-04-23
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

schoppen

(schopte, heeft geschopt), (ook, als ‘slang’ van jonge mensen:) prikkelen tot, aanzetten tot. Ach, hij kan wel tegen een stoot. En wie heeft hem geschopt om zoveel te drinken? (Rappa 1981: 22). - Etym.: AN ‘schop’ kan fig. betekenen ‘aansporing’. - Zie ook: schoppend(s).

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schoppen

v., skoppe, traepje, wâdzje.

2024-04-23
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Schoppen

schuur, wagenhuis; afdak; halve liter (wijn); pot (bier).

2024-04-23
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-23
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schoppen

I. v. mv., een der figuren of kleuren van het kaartspel, een staand, hartvormig blaadje op steel: in schoppen spelen; schoppen is troef; al zijn schoppen kwijt zijn, al de kaarten van deze kleur. II. (schopte, heeft geschopt) A. overg., 1. met de uitschietende voet krachtig treffen, schoppen, trappen geven: de weerloze geva...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

Schoppen

(D.) m. halve liter (wijn, bier); pint, glas.