schoppen
schoppen - regelmatig werkwoord uitspraak: schop-pen 1. er een harde stoot met je voet tegen geven ♢ hij schopte de bal in het doel 1. hij zal het nog ver schoppen [zal veel bereiken] ...
Muiswerk Educatief (2017)
schoppen - regelmatig werkwoord uitspraak: schop-pen 1. er een harde stoot met je voet tegen geven ♢ hij schopte de bal in het doel 1. hij zal het nog ver schoppen [zal veel bereiken] ...
drs. Toine van Hoof (2017)
1. De hoogste kleur en de op één na hoogste speelsoort (na sans atout). 2. De symbolen op de kaarten van deze kleur (♠). 3. Iedere kaart van deze kleur.
J. van Donselaar (1936)
(schopte, heeft geschopt), (ook, als ‘slang’ van jonge mensen:) prikkelen tot, aanzetten tot. Ach, hij kan wel tegen een stoot. En wie heeft hem geschopt om zoveel te drinken? (Rappa 1981: 22). - Etym.: AN ‘schop’ kan fig. betekenen ‘aansporing’. - Zie ook: schoppend(s).
Van Dale Uitgevers (1950)
I. v. mv., een der figuren of kleuren van het kaartspel, een staand, hartvormig blaadje op steel: in schoppen spelen; schoppen is troef; al zijn schoppen kwijt zijn, al de kaarten van deze kleur. II. (schopte, heeft geschopt) A. overg., 1. met de uitschietende voet krachtig treffen, schoppen, trappen geven: de weerloze geva...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: