schop
schop - zelfstandig naamwoord 1. harde stoot met je voet ♢ hij gaf de bal een schop 2. werktuig om mee te graven; breed blad aan een stok ♢ met deze schop heeft hij de tuin omgespit ...
Muiswerk Educatief (2017)
schop - zelfstandig naamwoord 1. harde stoot met je voet ♢ hij gaf de bal een schop 2. werktuig om mee te graven; breed blad aan een stok ♢ met deze schop heeft hij de tuin omgespit ...
Leendert Brouwer (2017)
Deze naam wordt wel beschouwd als een beroepsbijnaam, verwijzend naar het werktuig waarmee gewerkt wordt: de schop, of er kan sprake zijn van vervaardiging van schoppen, scheppen e.d.
Fink (1998)
Degene die met een schop naar verborgen dingen graaft, etaleert in de waaktoestand een kruiperige houding om in de gunst te komen - niet alleen op z’n werk, maar ook wanneer hij te maken heeft met hogere instanties. Wie een schop draagt maar er niet mee werkt, wil vermoedelijk iedereen bewijzen, hoe flink hij is.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: