Wat is de betekenis van schoolmeester?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

schoolmeester

Het begrip schoolmeester heeft 2 verschillende betekenissen: 1) leraar op een basisschool. iemand die voor zijn beroep les geeft op een lagere school; leraar op een basisschool; leerkracht lager onderwijs. 2) kleingeestig persoon. iemand die de neiging heeft benepen en formele aanmerkingen te maken; kleingeestig persoon.

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

schoolmeester

1) (1922) (Barg.) slechte aardappel, gebruikt voor visaas. • Hiér moest hij een stijven aardappel proeven en keuren, een ‘schoolmeester’ voor de hengelarij, en dáár groote krulspelden rechtbuigen. (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 3: Manus Peet. 1922) • (E.G. van Bolhuis: De Gabber...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schoolmeester

schoolmeester - zelfstandig naamwoord uitspraak: school-mees-ter 1. iemand die lesgeeft op school ♢ de schoolmeester schreef de som op het bord Zelfstandig naamwoord: school-mees-ter de schoolmeester ...

2024-04-25
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

SCHOOLMEESTER

In de 19de eeuw het beroep voor de plattelandsjongen die gemakkelijk leerde en uit een milieu kwam waar men door meester op de gedachte van ‘doorleren’ moest worden gebracht, of waar de financiën andere studie niet toelieten. De honderd jongens, die jaarlijks na vergelijkend examen met een beurs tot een der vijf rijkskweekscholen (...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schoolmeester

s., skoalmaster; — zijn, skoalmasterje.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schoolmeester

m. (-s), 1. (vero., arch.) hij die aan het hoofd van een school staat; 2. (thans meestal minachtend) iem. die aan een school les geeft, onderwijzer; 3. (oneig.) iem. die de neiging heeft kleingeestige, formalistische aanmerkingen te maken, pedant: ’t ie een echte schoolmeester; de schoolmeester spelen, uithangen, alles willen berispen...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schoolmeester

m. schoolmeesters (oude, thans minachtende naam voor onderwijzer; iem., die de neiging heeft, benepen en formele aanmerkingen te maken; ook: een vroege aardappelsoort): fig. den schoolmeester spelen, uithangen, alles bevitten en regelen; daar kan men den schoolmeester uit proeven, pedant, waanwijze.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Schoolmeester

de. → Linde 1).