Wat is de betekenis van Schoolgeld?

2025-06-18
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schoolgeld

o. (-en), 1. geld dat voor het volgen der lessen op een school betaald moet worden: het innen der schoolgelden; 2. geldelijke toelage aan predikanten om hun zoons op een gymnasium te doen opleiden.

2025-06-18
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Schoolgeld

ik zou mijn - maar terughalen, schertsend gezegd tegen iemand die niet veel weet. Vgl. Duits lass dir dein Lehrgeld wiedergeben. Ga jij je schoolgeld terughalen, sufferd... (Jan Schilt: Soldaatje spelen onder de smaragden gordel, 1969)

2025-06-18
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Schoolgeld

Zie: →Onderwijs.

2025-06-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schoolgeld

s.n., skoaljild (it).

2025-06-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-06-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schoolgeld

o. schoolgelden (geld, dat geheven wordt van elk betalend schoolgaand kind; ook: geldelijke toelage, door de staat verleend aan zonen van predikanten, die een Gymnasium bezoeken).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-18
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Schoolgeld

Economisch een ➝ retributie. Juridisch zijn de s. bij de gemeenten als „belastingen” geconstrueerd, bij het Rijk niet. Zij worden gewoonlijk direct of indirect naar het inkomen geheven. In Nederland worden bijv. de schoolgelden van de Rijks H.B.S. en van de lagere scholen geheven naar de „gemengde hoofdsom”, welke wordt gevo...