Schil
Zie Schilleman
Muiswerk Educatief (2017)
schil - zelfstandig naamwoord 1. huid of bast van een vrucht of knol ♢ hij kan in één keer de schil van een appel halen 1. een peulenschil [een kleinigheid, iets wat je gemakkelijk doet] Zelfstand...
G. Th. van Kempen (1974)
alles wat bij een houtige stengel buiten het cambium ligt; dus de opperhuid, de schors, het pericambium en het secundaire floëem.
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
(Fr.: skyl). Schelpen. Bij Schiermonnikoog op het Wad de Skyldersron: waar de skylders (schelpenvissers) de ron (loop) hadden (2 Schelp). Bij Makkum de S.-bank. Op S.-kampen te Lwd. was een (schelp)kalkfabriek. Soms schelpen in de klei, waar eens zee was, zo de S.-weg te Stiens. Soms valt te denken aan Fr. skelf, schelf, of aan schelf, riet.Zie:...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., skyl; (van peul- en besvruchten), hûl, húl, hul; met dikke —, skilich; de — loslaten, felje.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-len), 1. zachte omkleding, kurkhuid van een vrucht of knol: de schillen van appelen, aardappelen, citroenen ; 2. bast van een tak of twijg : de schil van wilgetakken, van het vlas ; 3. dop (.van een ei); 4. korst of dunne vaste laag van een grondsoort, die een andere bedekt: 5. buitenlaag van enig bol vormig lichaam. .
Jozef Verschueren (1930)
v. (-len; -letje) [~ schaal I] I. Eig. buitenste bekleding van voortbrengselen uit het planten- of het dierenrijk nl. 1. zachte omkleding van sommige knollen, vruchten, bollen enz.: de van aardappelen, ➝ appelen, ➝ peren, citroenen; gekonfijte -len van sinaasappels. 2. bast van een tak of twijg verwijderd: een stuk met ingegriffelde tekens. 3. d...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: