Wat is de betekenis van schijterig?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

schijterig

bang; bangelijk. van nature een gebrek aan moed hebbend; snel of in veel situaties angstig; geneigd tot bangheid; van nature angstig; bang; bangelijk. Voorbeelden: De fox maakt een dolzinnig kabaal. Het vaalwitte schuim staat in de opengesperde bek van de luizige smeerlap. Frank wipt het dier in het rond terwijl het lelijk grauwt. He...

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

schijterig

(1923) (inf.) bang, laf. 'Schijterigheid' is de platte benaming voor angst. • Zij waren daar nogal schijterig, legde hij uit; als ze dachten, dat er een wachtmeester in de buurt was, durfden ze niks. (Simon Vestdijk: Pastorale 1943. Gepubl. 1948) • Met Wassenaar en Den Haag vol met mensen die zich aan Indië rijk gestolen hebben en t...

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schijterig

bn., 1. aan de diarree zijnd; 2. bleek, er ongezond uitziend; klein en mager; 3. kaal, karig; 4. bang, bangelijk.

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)