Wat is de betekenis van Schijtebroek?

2025-02-12
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-12
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

schijtebroek

iemand die van nature angstig of laf is. iemand die van nature angstig of laf is; lafhartig persoon; bangerik; lafaard; schijtlaars. Vooral als scheldwoord gebruikt. Eigenlijk: 'iemand die (van angst) in zijn broek schijt', een betekenis die in het reële taalgebruik niet of nauwelijks voorkomt. Voorbeelden: Mens...

2025-02-12
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schijtebroek

in. (-en), 1. die in de broek schijt; 2. (scheldnaam) lafaard, bloodaard.

2025-02-12
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Schijtebroek

Schijtebroek - m. (-on), die in de broek schijt; (scheldnaam) lafaard, bloodaard.