Wat is de betekenis van Schering?

2024-04-19
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Schering

zie Ketting.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schering

s., skearing; — en inslag, skearing en ynslach.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schering

v. (-en), 1. het scheren (in alle bet.); 2. (wev.) ketting, de lengtedraden van een weefsel; — (fig.) dat is schering en inslag bij hem. dat treft men steeds bij hem aan, hiervan spreekt hij altijd; (ook) dit doet hij altoos ; — (naaist.) de rechte draden die men spant bij het mazen en stoppen; 3. (scheepsb.) elk van de houten...

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Schering

de lengtedraden bij het weven; ook ketting genaamd.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schering

v. scheringen (het scheren I en II; afleid. van scheren, spannen: ketting, lengtedraden v. e. weefsel): schering en inslag, de bestanddelen van een weefsel; fig. zie inslag.

2024-04-19
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Schering

ketting of lengtedraden v,e weefsel.

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Schering

➝ Ketting.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schering

('sche:ring) v. (-en) I. Eig. 1. Algm. het scheren. 2. Inz. het scheren, opzetten der kettingdraden. II. Metn. 1. Wev. ketting, lengtedraden van het weefsel: - en ➝ inslag, ook Fig. de hoofdbestanddelen, het voornaamste van iets. Syn. ➝ ketting. 2. Uitbr. rechte draden die men spant bij het mazen en stoppen, scheringdraad m. (...drad...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schering

v. (-en), 1. het scheren; 2. ketting, de lengtedraden van een weefsel; (fig.) dat is schering en inslag bij hem, dat treft men steeds bij hem aan, hiervan spreekt hij altijd; (ook) dit doet hij altijd; de rechte draden die men spant bij het mazen en stoppen; 3. (meteorologie) de snelheidsgradiënt in een luchtstroming, de mate waarin de snelhei...