Schering
zie Ketting.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. het scheren (in alle bet.); 2. (wev.) ketting, de lengtedraden van een weefsel; — (fig.) dat is schering en inslag bij hem. dat treft men steeds bij hem aan, hiervan spreekt hij altijd; (ook) dit doet hij altoos ; — (naaist.) de rechte draden die men spant bij het mazen en stoppen; 3. (scheepsb.) elk van de houten...
M. J. Koenen's (1937)
v. scheringen (het scheren I en II; afleid. van scheren, spannen: ketting, lengtedraden v. e. weefsel): schering en inslag, de bestanddelen van een weefsel; fig. zie inslag.
Jozef Verschueren (1930)
('sche:ring) v. (-en) I. Eig. 1. Algm. het scheren. 2. Inz. het scheren, opzetten der kettingdraden. II. Metn. 1. Wev. ketting, lengtedraden van het weefsel: - en ➝ inslag, ook Fig. de hoofdbestanddelen, het voornaamste van iets. Syn. ➝ ketting. 2. Uitbr. rechte draden die men spant bij het mazen en stoppen, scheringdraad m. (...drad...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-en), 1. het scheren; 2. ketting, de lengtedraden van een weefsel; (fig.) dat is schering en inslag bij hem, dat treft men steeds bij hem aan, hiervan spreekt hij altijd; (ook) dit doet hij altijd; de rechte draden die men spant bij het mazen en stoppen; 3. (meteorologie) de snelheidsgradiënt in een luchtstroming, de mate waarin de snelhei...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: