Wat is de betekenis van Schepping?

2024-03-29
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Schepping

Schepping, dat wat God heeft geschapen: de wereld. Schepping in de betekenis ‘het maken, het vormen van iets; creatie’ is niet specifiek bijbels. Maar wanneer het woord gebruikt wordt ter aanduiding van de wereld, is bijbelse invloed niet te ontkennen: de schepping als dat wat God geschapen heeft, zoals wordt verteld in de eerste twee hoofdstukken...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schepping

schepping - zelfstandig naamwoord uitspraak: schep-ping 1. het maken ♢ bij de schepping van de wereld is leven ontstaan Zelfstandig naamwoord: schep-ping de schepping

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schepping

s., skepping.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schepping

v. (-en), 1. het scheppen : sedert de schepping der wereld ; de schepping van een kunstwerk; 2. het geschapene: de ganse schepping rust; de mens is heer der schepping; de heer der schepping, de man; — dit is zijn schepping, hij heeft het ontworpen en tot stand gebracht.

2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Schepping

Het oudste scheppingsverhaal in de Bijbel, toegeschreven aan de Jahwist (Gen. 2 : 5 v.), is kinderlijk van opvatting: de oorspronkelijk dorre aarde werd door bevochtiging vruchtbaar; God vormde de mens uit aarde, plantte de hof van Eden, schiep de dieren en daarna uit een rib van Adam de vrouw. Het jongere, uit de Priestercodex stammende, verhaal v...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schepping

v. scheppingen (1 de daad van scheppen; 2 het geschapene; heelal; kunstwerk): 1. de der wereld; de schepping van een kunstwerk; 2 heel de schepping looft den Heer; de heer der schepping, de man; de scheppingen van een dichter, een componist.

2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Schepping

1° De scheppingswerking, die a) actief genoemd kan worden, nl. als de eeuwige daad in God, en b) passief als de afhankelijkheidsbetrekking van het schepsel tot God. 2° Het product van de scheppingswerking; dan omvat de s. het geheel van alle geschapen dingen (vgl. ➝ Cosmogonie). Voor het doel ders., zie ➝ God (I) 3° Boek der Schepping,...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schepping

('schepping) v. (-en) 1. Eig. het scheppen: de oorspronkelijke wordt voortgezet door de Voorzienigheid, die voortdurende wordt genoemd. 2. Metn. het geschapene: God is de heer van de -; de van een kunstenaar; men staat verbaasd over al die nieuwe -en in de grote steden.