Wat is de betekenis van schemertijd?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

schemertijd

tijd waarin het schemert. tijd waarin bij het aanbreken van de dag vóór zonsopgang of 's avonds na zonsondergang nog een flauw, zwak licht schijnt; tijd tussen licht en donker 's morgens of 's avonds; tijd van de ochtendschemering of avondschemering; tijd waarin het schemert. Voorbeelden: In een land als...

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schemertijd

m., tijd van de schemering; ook fig.: de schemertijd der wetenschappen, waarin haar licht begon te dagen.

2024-03-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schemertijd

m. 1. Eig. vroege ochtend of avond wanneer het schemert. 2. Metf. tijd van halve, flauwe wetenschap, kunst enz.

Wil je toegang tot alle 4 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Schemertijd

Schemertijd - m. vroege ochtend, vroegavond; (fig.) de schemertijd der wetenschappen, het einde der middeleeuwen; ...UUR, o. (...uren), uur der schemering : in het schemeruur wordt bij ons altijd verteld.