Wat is de betekenis van Schemerdonker?

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schemerdonker

I. bn., half, niet volkomen donker: het is nog schemerdonker; II. zn. o., tijd van de dag of toestand dat het nog niet of niet meer volkomen donker is, donkerste deel der schemering: met schemerdonker ’s winters opstaan; in het schemerdonker ziet men niet veel’.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schemerdonker

I. bn., half, niet volkomen donker: het is nog schemerdonker II. zn. o., tijd van de dag of toestand dat het nog niet of niet meer volkomen donker is, donkerste deel der schemering: in het schemerdonker ziet men niet veel.

Wil je toegang tot alle 4 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Schemerdonker

Schemerdonker - bn. een weinig donker: het is nog schemerdonker; —, o. halfduister : met schemerdonker ’s winters opstaan; in het schemerdonker ziet men niet veel.