schemerdonker
...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn., half, niet volkomen donker: het is nog schemerdonker; II. zn. o., tijd van de dag of toestand dat het nog niet of niet meer volkomen donker is, donkerste deel der schemering: met schemerdonker ’s winters opstaan; in het schemerdonker ziet men niet veel’.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
I. bn., half, niet volkomen donker: het is nog schemerdonker II. zn. o., tijd van de dag of toestand dat het nog niet of niet meer volkomen donker is, donkerste deel der schemering: in het schemerdonker ziet men niet veel.
J.H. van Dale (1898)
Schemerdonker - bn. een weinig donker: het is nog schemerdonker; —, o. halfduister : met schemerdonker ’s winters opstaan; in het schemerdonker ziet men niet veel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: