Wat is de betekenis van schel (oog)?

2024-03-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schel (oog)

v./m. (-len), 1.schil; vlies over het oog; (zegsw.) de schellen vallen hem van de ogen, hij gaat de zaak in het ware licht zien, hij houdt op verblind te zijn (Hand.9,18).