Wat is de betekenis van Scheepsbouw?

2024-04-18
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Scheepsbouw

Vanaf de late Middeleeuwen zijn in Groningen schepen gebouwd. Met uitzondering van kleine koggen uit de stad Groningen waren dit kleine vaartuigen voor lokaal transport, zoals de snabbe en de taske. Als gevolg van de systematische vervening in Oost-Groningen vanaf circa 1600 kwam in de veenkoloniën Sappemeer, Hoogezand, Veendam en Oude en Nieu...

2024-04-18
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Scheepsbouw

Nijverheid, het produceren (en/of repareren) van vaartuigen. Dit kunnen houten, metalen, betonnen en/of kunststof schepen zijn, zowel voor de binnenals voor zeevaart. De bouw van bijvoorbeeld booreilanden wordt ook tot de scheepsbouw gerekend, deze sector is echter nooit in de Zaanstreek bedreven. De →jachtbouw heeft zich ontwikkeld tot een ze...

2024-04-18
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

scheepsbouw

scheepsbouw - De vaardigheid of het bedrijf van het bouwen van schepen.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Scheepsbouw

m., het bedrijf van het bouwen van schepen. (e) De weerslag van de oliecrisis van 1973 heeft zich in de scheepsbouw vrijwel onmiddellijk en zeer hard laten voelen. Het aantal schepen dat vóór de crisis in het orderboek ingeschreven stond en dat 73,6 mln. brt vertegenwoordigde, viel in 1974 terug op 28,37 mln. brt, met een dieptepunt v...

2024-04-18
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

SCHEEPSBOUW

Geografische ligging en gesteldheid van Zeeland maken het niet onwaarschijnlijk, dat hier vanaf de vroegste bewoning vaartuigen werden gemaakt. Getuige enkele vondsten in de directe omgeving moeten dat boomstamkano’s zijn geweest. De dichtstbijzijnde vondst (twee wrakken van eikehouten kano’s uit de Ijzertijd, ca. 500 v.C.) werd in 1910...

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Scheepsbouw

m., 1. het bedrijf van het bouwen van schepen. © De weerslag van de oliecrisis van 1973 heeft zich in de scheepsbouw vrijwel onmiddellijk en zeer hard laten voelen. Het aantal schepen dat vóór de crisis in het orderboek ingeschreven stond en dat 73,6 mln. brt vertegen voordigde, viel in 1974 terug op 28,37 mln. brt, met een diept...

2024-04-18
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

SCHEEPSBOUW

Het aantal scheepswerven (ca. 1900 in Frl. nog ruim 100) was in 1930 65, met 423 man, waarbij één werf te Harlingen met 94 en negen werven met 11-50 man, totaal 175. In 1950 was het aantal 61, met 404 personen, onder wie 4 met meer dan 20 (Makkum 39, Harlingen 129, Lwd. 24, Workum 23). Van 1950-56 steeg het personeel tot 884 man, het...

2024-04-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheepsbouw

m., 1. het bedrijf van het bouwen van schepen; 2. leer omtrent het bouwen van schepen.