Scheepjen
z.n.o. - Klein Schip. Een net gebouwd scheepjen. Spreekwijze: Op het wel afloopen van ’t scheepjen (is een oud Hollandsche dronk, ingesteld op de voorspoedige bevalling eener aanstaande kraamvrouw). Zijn scheepjens op het drooge hebben (wat waarschijnlijk de oorspronkelijke lezing is van het spreekwoord, in plaats van schaapjens, en met de ou...