Wat is de betekenis van scheelzien?

2024-04-19
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

scheelzien

Een afwijkende stand van de ogen waarbij die niet op hetzelfde punt gericht zijn. Scheelzien is een veelvoorkomende aandoening. Ongeveer een op de 25 Nederlanders kijkt scheel. Wanneer scheelzien op jonge leeftijd ontstaat, ziet een kind toch meestal niet alles dubbel. De hersenen weten namelijk raad met het dubbele beeld: ze onderdrukken gewoon he...

2024-04-19
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

scheelzien

het onderling afwijken van de oogassen. Scheelzien kan ontstaan door afwijking in de oogspieren en hun zenuwen. Vaak is het scheelzien een aangeboren afwijking en ontstaat het tussen de leeftijd van drie maanden en twee jaar. Het scheelzien berust op een gezichtszwakte van één oog. Het kind leert weldra het beeld van één...

2024-04-19
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Scheelzien

(strabismus): men onderscheidt beweeglijk en onbeweeglijk s. Het onbeweeglijke s. berust op een verlamming van de oogspieren door stoornissen van hersenen of zenuwen ten gevolge van bloedingen, zenuwontsteking door vergiften (infectie bij verkoudheid, reumatiek, stofwisselingsvergiften bij suikerziekte). Bij het beweeglijke s. kan het oog zich naar...

2024-04-19
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

scheelzien

gebrek van de ogen. Ze nemen geen gelijke positie in. Bij het instellen van de ogen op een zeker punt snijden de gezichtslijnen elkaar niet in dat punt maar ergens anders. Een oorzaak kan zijn: het niet goed functioneren van de oogspieren.

2024-04-19
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Scheelzien

strabismus, het afwijken onderling der oogkassen. Kan buitenwaarts of divergent zijn: exotropie. Kan ook binnenwaarts of convergent zijn: endotropie - en zelfs verticaal: hypertropie.Het scheelzien kan latent zijn, zodat men het alleen ontdekt bij het bedekken van één oog; men spreekt dan van de scheelziensneiging: exoforie, endoforie...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Scheelzien

v., mikke, mikje, mykje, ien foar twa sjen, yn 'e oare, nije wike sjen, mei it rjochter each yn it lofter bûsgat sjen.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheelzien

o., gebrek der ogen, waarbij het vermogen, beide gezichtsassen op een fixeerpunt, dat in het gemeenschappelijke gezichtsveld ligt, tot kruising te brengen, ontbreekt.

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Scheelzien

(strabismus), ontstaat door vermindering van gezichtsscherpte of afwijkingen van de oogspieren. Binnenwaarts S. berust vooral op vèrziendheid (hypermétropie), buitenwaarts S. op bijziendheid (myopie). Vaak is operatie noodzakelijk.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

scheelzien

o. (het met schele ogen zien).