Wat is de betekenis van schede?

schede - zelfstandig naamwoord uitspraak: sche-de 1. platte koker die precies om een mes of zwaard past ♢ hij trok het zwaard uit de schede 2. toegang tot de baarmoederhals bij vrouwen ♢ de arts...

1) Omhulsel van een pees; 2) de vagina. Kijk ook bij pees, vagina.

schede - Onbuigzame schedes van hout, metaal of leer, gebruikt om scherpe wapens, gereedschappen of handwapens zoals karabijnen of geweren in op te bergen en te dragen.

➝ vagina.

vagina, kolpos, het geslachtskanaal van de vrouw, dat van geslachtsingang (vulva) tot baarmoedermond (portio) loopt; is in rust gesloten doordat de sterk geplooide wanden in het transversale vlak op elkaar liggen; de wanden zijn bekleed met nietverhoomde huid; glycogeen uit de afgestoten huidcellen wordt door commensale bacteriën (zie Död...

1. (dierk.) S. of vagina is een buisvormig orgaan, gelegen tussen de baarmoeder en de uitwendige gesiachtsopening, de kling (z. Uro-genitaal apparaat). 2. (plantk.) Ieder omhullend plantendeel, dat als een m.o.m. getransformeerd blad of bladdeel is te beschouwen wordt plantk. als s. aangeduid. De term wordt voorn. gebruikt in de verbindingen blad-...

s., skie, skjidde, skeef, fuorre.

...

(-n), SCHEE, v. (-ën), 1. omhulsel, platte koker waarin men het lemmet van messen en zwaarden steekt: de schede van een degen; een mes in een schee dragen; het zwaard in de schede steken, ook fig. voor: de oorlog staken: — (zegsw.) het ene mes houdt het andere in de schee, de vrees voor beantwoording belet dat...