Wat is de betekenis van schavuit?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

schavuit

Het begrip schavuit heeft 2 verschillende betekenissen: 1) schurk. man die op een ongeoorloofde, bedrieglijke of schurkachtige manier handelt; schurk. 2) deugniet.

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

schavuit

gewetenloos persoon; boef, schurk. Van het Middelnederlandse scuvuut, scovuut (uil, schooier). Schavuit is dus een verouderde benaming voor een nachtuil. Met ‘schavuiten vangen’ bedoelde men vroeger: een naïef persoon naar een bos of eenzame plaats lokken om hem daarvoor gek te laten staan.Als je dat meent dan moet je er ook niet t...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schavuit

s., skobbert, skodde, smakkert, skeupert, skabant, stjonkert, smjunt, dogeneat, dogeniet.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schavuit

m. (-en), schelm, boef, deugniet.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schavuit

m. schavuiten (schelm, boef, schurk).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schavuit

(scha'vuit) m. (-en; -je) [(uit)schaven, tafelschuimen] deugniet die anderen voor de mal houdt, erin laat lopen. Syn. ➝ deugniet.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schavuit

m. (-en), schelm, boef, deugniet.

2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)