Wat is de betekenis van Schappelijk?

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schappelijk

adj. & adv., skap(pe)lik, skewielich.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schappelijk

bn. bw. (-er, -st), 1. niet te veel eisend of vergend, redelijk: iem. schappelijk behandelen; u moet het een beetje schappelijk met mij maken, mij niet te veel afnemen; 2. niet overdreven, redelijk, matig: die prijs is nogal schappelijk, billijk; 3. tamelijk, vrij goed: hij maakt het tegenwoordig nogal schappelijk, pas...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schappelijk

bn., bw. (redelijk, fatsoenlijk; tamelijk goed; niet overdreven); een schappelijke prijs; het schappelijk met iem. maken, niet te veeleisend zijn; een schappelijke kerel.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schappelijk

('schappələk) bn. en bw. (-er, -st) [-schap] 1. niet te veel eisend, redelijk: een man; met iemand handelen. 2. niet overdreven, matig: die prijs is nogal -. 3. tamelijk goed: een jaar gehad hebben; dat gaat -.

2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schappelijk

bn. en bw. (-er, -st), niet te veeleisend of vergend, redelijk: iemand schappelijk behandelen; je moet het een beetje schappelijk met mij maken, mij niet te veel afnemen.

2024-04-24
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Schappelijk

Schappelijk - bn. bw. (-er, -st), redelijk, goedkoop : die prijs is nogal schappelijk, billijk; — gij moet het een weinig schappelijk met mij maken, mij niet te veel afnemen; — tamelijk, vrij goed : hij maakt het tegenwoordig nogal schappelijk, past vrij goed op; — fatsoenlijk, ordentelijk, beleefd, gedienstig : ‘t is een...