Wat is de betekenis van Schampschot?

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schampschot

s.n., skampskoat, skamper, skampearring.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schampschot

o. (-en), schot dat ter zijde afglijdt, dat eventjes raakt; lichte wonde door een vuurwapen: het is maar een schampschot, het heeft niet veel te betekenen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schampschot

o. schampschoten (schot, dat ter zijde afglijdt en licht wondt).

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schampschot

o. (-en) schot dat schampt en licht verwondt.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schampschot

o. (-en), schot dat terzijde afglijdt, dat eventjes raakt; lichte wond door een vuurwapen : het is maar een schampschot, het heeft niet veel te betekenen.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Schampschot

Schampschot - o. (-en), schot dat ter zijde afglijdt, dat eventjes raakt; lichte wonde door een vuurwapen : het is maar een schampschot, het heeft niet veel te beteekenen.