schampavie spelen (zijn)
(1794) (< Sp. escampavia) vluchten, de plaat poetsen. • Schampavi-spelen, in het marolsch, (het mengsel van verschillende talen, dat in sommige Brusselsche achterbuurten wordt gesproken), wegloopen, klaarblijkelijk afstammend van het Spaansche werkwoord escampar, dat ongeveer hetzelfde beteekent en tevens met de Fransche uitdrukking prendre...