Wat is de betekenis van Schakelen?

2024-04-25
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

schakelen

Onder schakelen wordt het verplaatsen van de versnellingshandel verstaan. Door het verplaatsen van deze handel wordt een baladeurasje verschoven in de versnellingsbak. Bij het verschuiven wordt de schakelmof langs de as verschoven om deze met een tandwiel te koppelen. (ANWB / Het Beste Autohandboek 1972)

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schakelen

schakelen - regelmatig werkwoord uitspraak: scha-ke-len 1. de versnelling van een voertuig bedienen ♢ ik schakelde naar de vierde versnelling 2. achter elkaar zetten en verbinden ♢ deze elemente...

2024-04-25
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

schakelen

schakelen: een andere versnelling opleggen, overgaan naar een ander verzet.

2024-04-25
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

schakelen

(ov ww; schakelde; h. gescha keld) - naar een andere versnelling overgaan. • Schakelen is de ketting op het versnellingsapparaat laten overspringen (overglijden) van het ene op het andere tandwiel, waardoor lichter of zwaarder kan worden getrapt. (BRUYV)

2024-04-25
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

schakelen

Schakelen is als speler in verbinding blijven met de directe gebeurtenissen op de speelvloer en van daaruit impulsen ontvangen en op impulsen reageren.

2024-04-25
Begrippenlijst drama

Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2001)

Schakelen

Als speler in verbinding blijven met de directe gebeurtenissen op de (→) speelvloer en van daaruit (→) impulsen (→) accepteren en op (→) impulsen ( →) reageren in rol. Dramadidactiek.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schakelen

v., skeakelje.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schakelen

(schakelde, heeft geschakeld), 1. door of op de wijze van schakels verbinden, aaneenhechten, tot een keten vormen; meest in fig. zin: gedachten, heelden aan elkaar schakelen; 2. (electr.) deel doen uitmaken van de stroombaan, in de stroombaan inlassen : elementen achter elkaar schakelen ; 3. met het schakelnet vissen ; 4. (Zuidn.) de rogge schak...