Wat is de betekenis van Schabel?

2024-04-18
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Schabel

[Lat. scabellum, verklw. van scamnum = bank] 1 voetbank; 2 laag zitbankje zonder leuning.

2024-04-18
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Schabel

laag zitbankje

2024-04-18
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Schabel

(v. It. sgabello). zitbankje met plankleuning. Als boerenmeubel in gebruik tot ver in de 19de eeuw' over heel Midden-Europa tot in Scandinavië toe.

2024-04-18
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Schabel

kniel- of voetbankje

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schabel

v. (-len), 1. klein zitbankje zonder leuning ; — (Zuidn.) strafbankje; 2. voetplank van een weefgetouw.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schabel

v. schabellen (zit-, kniel-, voetenbankje); in N.-N. w. i. g.

2024-04-18
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Schabel

Voetenbankje, laag zitbankje.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schabel

(scha:bel) v. (-len; -letje) [Fr. < Lat. scabellum) zit- of voetbankje. Syn. ➝ bank.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schabel

[Ital. sgabello], v./m. (-len), 1. zitbankje met plankleuning; 2. voetplank van een weefgetouw.