salpeter
Het begrip salpeter heeft 2 verschillende betekenissen: 1) zout van salpeterzuur. zout van salpeterzuur, in het bijzonder kaliumnitraat. 2) muuruitslag. witte tot geelbruine uitslag op muren e.d. die salpeter bevat of op salpeter lijkt.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip salpeter heeft 2 verschillende betekenissen: 1) zout van salpeterzuur. zout van salpeterzuur, in het bijzonder kaliumnitraat. 2) muuruitslag. witte tot geelbruine uitslag op muren e.d. die salpeter bevat of op salpeter lijkt.
Hendrik Leurs (2015)
Gekend van de salpetervlekken die bvop baksteen en op glas voorkomen, een verschijningsvorm van de cementsluier.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Lat. sal petrae = zout van de steen, uitslag op stenen muren] kaliumnitraat, KNO3.
drs. L.A. Beeloo (1981)
de vaak gebruikte benaming voor nitraten, zoals: chilisalpeter, natronsalpeter, kalisalpeter, kalksalpeter, muursalpeter. Salpeter komt van sal (Lat.) = zout, en petra (Lat.), dat rots betekent (dus eigenlijk muursalpeter, zout dat op rotsen of stenen voorkomt). De naam salpeterzuur is van salpeter afgeleid. Buskruit bevat houtskool, zwavel en salp...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: