Wat is de betekenis van ruwhand?

2024-04-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

ruwhand

(1974) (homotaal) homo. Nettere variant van ruigpoot*. • (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974) • (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988) • (Heidi Aalbrecht & Pyter Wagenaar: Woordenboek van platte taal. 2007)

2024-04-18
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

ruwhand

Nettere en van oorsprong Bargoense term voor een ruigpoot of homoseksueel. Gesignaleerd door Endt (1974).

Gerelateerde zoekopdrachten