Wat is de betekenis van Ruizen?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ruizen

(ruisde, heeft geruisd), 1. (Zuidn.) (w. g.) zich vermaken, plezier hebben. 2. ruisen. 3. (Zuidn.) met kracht werpen.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ruizen

Ruizen - (ruisde, heeft geruisd), (Zuidn.) zich vermaken.