Wat is de betekenis van Ruilmiddel?

2024-04-25
Algemene economie en bedrijfsomgeving

W. Hulleman & A.J. Marijs (2017)

Ruilmiddel

De mogelijkheid om door het gebruik van geld de ruil van goederen in twee delen te splitsen.

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ruilmiddel

ruilmiddel - zelfstandig naamwoord uitspraak: ruil-mid-del 1. hulpmiddel dat men gebruikt om goederen te ruilen ♢ geld wordt in onze maatschappij vooral gebruikt als ruilmiddel Zelfstandig naamwoord: ruil-mid-del het...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ruilmiddel

o., hulpmiddel waardoor men in het maatschappelijk verkeer de voortbrengselen van zijn arbeid kan ruilen tegen andere zaken die men behoeft, waardoor waren en diensten tegen elkaar verwisseld kunnen worden: geld is een algemeen ruilmiddel.

2024-04-25
Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Ruilmiddel

zie: Geld.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ruilmiddel

o. ruilmiddelen (middel, waardoor men in het maatschappelijk verkeer de voortbrengselen van zijn arbeid ruilt tegen andere zaken, die men behoeft; middel, waardoor goederen, diensten enz. tegen elkaar worden geruild): ruilmiddelen als schelpen, spiegeltjes; de geldmunt of het geld is het algemene ruilmiddel.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ruilmiddel

o. (-en) middel waardoor goederen, diensten enz. geruild worden ; geld is een algemeen -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ruilmiddel

o. (-en), hulpmiddel waardoor men in het maatschappelijk verkeer de voortbrengselen van zijn arbeid of zijn vermogen kan ruilen tegen andere zaken die men nodig heeft, waardoor waren en diensten tegen elkaar verwisseld kunnen worden; een van de functies van geld.

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ruilmiddel

Ruilmiddel - zie BETAALMIDDEL.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)