Wat is de betekenis van royaal?

royaal - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ro-yaal 1. niet precies, maar met iets erbij ♢ we hebben royaal voldoende koekjes 2. wie gemakkelijk iets weggeeft ♢ Joop geeft vaak een rondje, hij is...

[Fr. royal, van roi = koning, van Lat. regalis, van rex, regis = richter, koning] vorstelijk, mild, vrijgevig, onbekrompen; ruim; royaal papier, papier van formaat 50 bij 65 cm.

vrijgevig; ruim

koninklijk, gul; royaalpapier: zeer groot formaat papiersoort.

adj. & adv., rojael, rynsk, romhannich; er wordt — geleefd, it giet út de brede fjirtjin, út de romme, rike hân; — te werk gaan met, in rojale hân hawwe fan.

...

(<Fr.), I. bn. bw. (...aler, -st), 1. eig. vorstelijk; onbekrompen, mild, niet nauw rekenend: royaal zijn; (spr.) hoe kaler, hoe royaler; — (bw.) onbekrompen, ruim: royaal ergens van genieten; royaal uitgaan; dat kan er royaal uit, gemakkelijk, ruimschoots; 2. ruim van opvattingen, niet kleingeestig: e...

koninklijk; gul, mild, onbekrompen; ~-papier, o. papiermaat 50 x 65.

Fr. royal = koninklijk, I. bn.; royaler, royaalst (1 [koninklijk] mild, onbekrompen; 2 niet kleinzielig of kleingeestig; 3 ruim en groot, flink v. afmeting): 1. papa was zeer royaal; hoe kaler hoe royaler; 2. een royale vent; 3. royale ramen. II. bw. (op een royale bet. 1, 2, 3 manier): 1. ergens royaal van genieten; 2. royaal handelen (ook: gul,...