roven
roven - regelmatig werkwoord uitspraak: ro-ven 1. iets stelen en daar geweld bij gebruiken ♢ hij roofde de kassa van die winkel leeg Regelmatig werkwoord: ro-ven ik roof jij/u rooft...
Muiswerk Educatief (2017)
roven - regelmatig werkwoord uitspraak: ro-ven 1. iets stelen en daar geweld bij gebruiken ♢ hij roofde de kassa van die winkel leeg Regelmatig werkwoord: ro-ven ik roof jij/u rooft...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. (roofde, heeft geroofd), de korst (roof) van een wonde afnemen. II. (roofde, heeft geroofd), 1. openlijk met geweld wegnemen wat een ander toebehoort (overg. en abs.): geroofde goederen; de Duitsers kwamen hier om te roven en te moorden; langs de grote weg, op zee roven; (van mensen) ze uit hun land of woonplaats met geweld wegvo...
M. J. Koenen's (1937)
I. roofde, h. geroofd (de roof of korst van de wond nemen). II. roofde, h. geroofd (met geweld ontnemen, wegnemen wat een ander toebehoort): geld of goed roven; de soldaten gingen aan ‘t roven, plunderen, stelen; fig. iems. eer roven.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(roofde, heeft geroofd), 1. openlijk met geweld wegnemen wat een ander toebehoort: geroofde goederen; zij kwamen om te roven en te moorden; een meisje roven, haar schaken; 2. (fig.) ontnemen, wegnemen: een kusje roven, ongevraagd en onverwacht iemand kussen; hij heeft haar eer geroofd, haar verkracht; 3. (gew.) wegnemen: een vogel roven, een nest...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: