Wat is de betekenis van rottig?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rottig

rottig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: rot-tig 1. heel vervelend ♢ het is rottig weer vandaag: het blijft maar regenen 2. als uiting van minachting ♢ ik vind dat ze die rottige scooters moete...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rottig

adj., rottich, rotterich.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rottig

bn. (-er, -st), 1. min of meer rot, tot bederf overgaande; — (fig.) corrupt, bedorven. 2. (plat) smerig, lam, ellendig, gemeen: rottig weer; rottige kerels; dat staat je rottig; (veroud., gew.) hij is lang niet rottig, hij is erg gevat, met hem moet je voorzichtig zijn; — een rottige honderd gulden, geringsch...

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rottig

bn. (-er, -st), 1. min of meer rot, tot bederf overgaand; (fig.) corrupt, bedorven; 2. (plat) smerig, lam, ellendig, gemeen: weer; die paar rottige centen, geringschattend gezegd.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rottig

Rottig - bn. (-er, -st), bedorven, tot bederf overgaande ; — (plat) dat staat je rottig, dat staat je ingemeen; hij is lang niet rottig, hij is erg gevat, met hem moet je voorzichtig zijn ; een rottige honderd gulden, geringschattend gezegd. ROTTIGHEID, v. bederf ; (fig.) vuile taal, vuile handelwijze.

2024-04-20
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Rottig

Rottig, bn. (-er, -st), bedorven, tot bederf overgaande. *-HEID, v. gmv. bederf; (fig.) vuile taal, vuile handelwijze.