Wat is de betekenis van roof?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

roof

roof - zelfstandig naamwoord 1. het met geweld pakken wat van iemand anders is ♢ het bericht over deze kunstroof heeft in alle kranten gestaan 2. korst op een wond of zweer ♢ de wond geneest al, er zit een ro...

2024-04-25
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

roof

(zn) wondkorstje HP, WB.

2024-04-25
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Roof

zie Panding.

2024-04-25
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Roof

Worden we in een droom beroofd, dan wijst dit op karakterzwakte, maar ook op minderwaardigheidscomplexen op het seksuele vlak. Rovers die we op heterdaad betrappen, symboliseren de fouten die we met ons mee moeten dragen. Wanneer we deze fouten hebben herkend, dan kunnen we er iets tegen ondernemen.

2024-04-25
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Roof

Roof - zie K. Iwanowski.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

roof

plundering; rowe, genesende korsie (seer wond); geroof, met geweld ontneem, steel.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Roof

1. s.; (diefstal), rôf, roof, bút. 2. s.; (korst), rouwe; (van uitslag) útrinder, útrinsel (it).

2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

roof

I. dak; gewelf; the roof (of the mouth), het verhemelte; II. van een dak of gewelf voorzien, onder dak brengen (ook: roof in, over); overwelven.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Roof

roef.