ronken
...
Muiswerk Educatief (2017)
ronken - regelmatig werkwoord uitspraak: ron-ken 1. een zwaar, brommend geluid maken ♢ de motor stond te ronken voor het huis 2. hard snurken ♢ de man lag lekker te ronken op de bank ...
Peter Bakema (2003)
(ronkte, geronkt) in België ook: gonzen, zoemen van insecten, spinnen van poezen, rommelen, donderen van onweer, weerlichten.
Van Dale Uitgevers (1950)
(ronkte, heeft geronkt), 1. hevig snorken in diepe slaap; vaak van iem. die zijn roes uitslaapt; 2. (bij uitbr.) in diepe slaap liggen. 3. (Zuidn.) snorren, gonzen (van insecten; ook van kachels en werktuigen; — in N.-Nederl. bep. in toepassing op het geluid van motoren. 4. (Zuidn.) rommelen, donderen; loeien. 5. (Zuidn.) schallen, weerklinke...
M. J. Koenen's (1937)
ronkte, h. geronkt (klankn. snorken in de slaap; van kevers enz.: snorren, gonzen, brommen; van werktuigen: een zacht of hard, min of meer dof geluid maken): ik hoorde hem ronken; het ronkend bietje; de auto’s ronkten; nog: ronkende taal, snoevende; Z.-N. ik heb er iets van horen ronken, fluisteren, bedektelijk horen vertellen.
Jozef Verschueren (1930)
('ronkən) (ronkte, heeft geronkt) [klnb.] 1. snorken in de slaap : hoor je ze -? 1 zwaar, sterk -. 2. gonzen, brommen : -de insekten. 3. snorren : het -de spinnewiel; -de auto's.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(ronkte, heeft geronkt), 1. hevig snorken in diepe slaap; vaak van iemand die zijn roes uitslaapt; 2. (bij uitbreiding) in diepe slaap liggen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: