Wat is de betekenis van rondsel?

2024-04-23
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

rondsel

(het; -s) - het kleinste van twee samenwerkende wielen, op een fiets het achtertandwiel.

2024-04-23
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Rondsel

kleinste van de twee raderen uit een uurwerk of een automaatmechanisme, die samen op dezelfde as zijn vastgezet, aldus dezelfde omloopsnelheid hebben en de stuwkracht in dezelfde richting transporteren. De meeste rondsels hebben de vorm van een vertande cilinder, terwijl de tandraderen meer uit metaalplaat worden vervaardigd. Men spreekt bij de bre...

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

rondsel

getande silinder of klein tandrat wat in die kam van ‘n grote draai, kamwals, kleinrat.

2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Rondsel

o., wieltje in een uurwerk

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rondsel

o. en (gew., Zuidn.) m. (-s), getande cylinder of klein tandrad welks tanden in die van een groter grijpen, of in een tandheugel, die daardoor verschoven wordt.

2024-04-23
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Rondsel

zie Dommekracht en Tandrad. Ronquières, gemeente in België, prov. Henegouwen. 1470 ha, 1336 inw. Landbouw, veeteelt.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rondsel

o. rondsels (het kleinste van twee op elkaar werkende raderen met minstens vijf tanden; ook: schudglas voor olie en azijn).

2024-04-23
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Rondsel

Klein kamwiel of tandwiel, dat een grooter drijft

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Rondsel

het kleinste v. 2 op elkaar werkende raderen met minstens 5 tanden.