ronddraaien
ronddraaien - regelmatig werkwoord uitspraak: rond-draai-en 1. draaien om een as ♢ dit tandwiel moet ronddraaien Regelmatig werkwoord: rond-draai-en ik draai rond (... ik ronddraai) ...
Muiswerk Educatief (2017)
ronddraaien - regelmatig werkwoord uitspraak: rond-draai-en 1. draaien om een as ♢ dit tandwiel moet ronddraaien Regelmatig werkwoord: rond-draai-en ik draai rond (... ik ronddraai) ...
Jan Luitzen (2008)
(ov ww; draaide rond; h. rondgedraaid) WO - (bij het kogelslingeren) de slingerkogel drie keer in de rondte door de ring draaien; de werper hangt daarbij iets achterover als een contragewicht en draait op zijn hakken en op de buitenzijden van zijn voeten.
Van Dale Uitgevers (1950)
(draaide rond, heeft en is rondgedraaid), in de rondte draaien, om zijn as of in een cirkel; — (onoverg.) wat draait die mallemolen snel rond; alles draait voor mij rond, gevoel dat men heeft bij duizeligheid, weeheid of misselijkheid; — ronddraaien in een cirkel, (fig.) steeds weer op het punt van uitgang terugkomen; &mda...
Jozef Verschueren (1930)
(draaide rond, heeft rondgedraaid) 1. om een as, in de rondte draaien : alles draait voor mij rond, gezegd bij duizeligheid. 2. eromheen draaien, bewegen : om het huis -.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: