Wat is de betekenis van ronddraaien?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ronddraaien

ronddraaien - regelmatig werkwoord uitspraak: rond-draai-en 1. draaien om een as ♢ dit tandwiel moet ronddraaien Regelmatig werkwoord: rond-draai-en ik draai rond (... ik ronddraai) ...

2024-04-26
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

ronddraaien

ronddraaien: elkaar op kop van een groep systematisch aflossen, rouleren.

2024-04-26
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

ronddraaien

→ raaien, rouleren

2024-04-26
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

ronddraaien

(ov ww; draaide rond; h. rondgedraaid) WO - (bij het kogelslingeren) de slingerkogel drie keer in de rondte door de ring draaien; de werper hangt daarbij iets achterover als een contragewicht en draait op zijn hakken en op de buitenzijden van zijn voeten.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ronddraaien

v., rountemealle, yn 't roun mealle; met grote snelheid —, yn it roun giselje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ronddraaien

(draaide rond, heeft en is rondgedraaid), in de rondte draaien, om zijn as of in een cirkel; — (onoverg.) wat draait die mallemolen snel rond; alles draait voor mij rond, gevoel dat men heeft bij duizeligheid, weeheid of misselijkheid; — ronddraaien in een cirkel, (fig.) steeds weer op het punt van uitgang terugkomen; &mda...

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ronddraaien

(draaide rond, heeft rondgedraaid) 1. om een as, in de rondte draaien : alles draait voor mij rond, gezegd bij duizeligheid. 2. eromheen draaien, bewegen : om het huis -.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ronddraaien

(draaide rond, heeft en is rondgedraaid), om zijn as in de rondte (laten) draaien.