Wat is de betekenis van Rolling?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

rolling

(1955) (Vlaanderen, stud.) kroegentocht; wat de Nederlandse studenten een kroegjool* noemen. • (Walter de Clerck: Nijhoffs Zuidnederlands Woordenboek. 1981) • Een avondje uit eindigde soms met een 'rolling', een ordeloze en lawaaierige nachtelijke optocht, waarbij een groep halfdronken studenten, tussen twee herbergbezoeken in, min of me...

2024-04-20
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Rolling

Rolling - deining.

2024-04-20
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

rolling

rolberoerte, krijg een rolling van hier tot Haarlem, alle paaltjes raak! Zie paaltje.

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

rolling

(de, -en) kroegentocht, kroegjool.

2024-04-20
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

rolling

Jan Berns (1993: 87) noemt de verwensing krijg een rolling van hier tot Haarlem, alle paaltjes raak! een Amsterdamse verwensing. Rolling is hetzelfde als rolberoerte ‘een beroerte waarbij men over de grond rolt’. Deze verwensing wil iemand ziekte, ongeluk en onheil bezorgen. De emotionele betekenis is ‘ik kots...

2024-04-20
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

rolling

Kroegentocht; in de Nederl. studententaal: (kroeg)jool. Er (bleef) niets anders over dan met het «Gacudeamus igitur» de grootscheepse rolling te beginnen waarvoor alle cafés te klein gebleken zijn en waardoor menig Leuvenaar ... heeft moeten ervaren dat Leuven een studentenstad is, Standaard 9/10/1955. Na het hogervermeld...

2024-04-20
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

rolling

rollend; ook: golvend [van terrein].

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rolling

v., 1. het rollen, gerol; 2. (zeew.) beweging van het water, deining; 3. rolberoerte.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rolling

('rolling) v. het rollen : de van de donder, van de golven; een maken, rollen.