Wat is de betekenis van roller?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

roller

(1924) (Barg.) zakkenroller. Kijk ook onder rollen*. • De bleeke roller Simon Heipaal, daagde Burk uit... nu die ineengekrompen neerlei in Thijs' achterkamertje, achter het groene deurtje. (Israël Querido, De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1924) • Hij werd bijhulp van een zakkenrollersploeg, moest door opdringen de...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

roller

roller - zelfstandig naamwoord uitspraak: rol-ler 1. gereedschap met rol om verf mee uit te rollen ♢ als je een roller gebruikt wordt de verf gelijkmatig over het vlak verdeeld Zelfstandig naamwoord: rol-ler de rolle...

2024-04-25
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

Roller

Een roller (ook inktrol) is meestal een rubberen rol, zacht of hard, gebruikt bij het in inkten van bijv. een lino.

2024-04-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

roller

(de, -s), (hist.) 1. wals in een molen dienende voor het uitpersen van suikerriet of het kneuzen van koffiebessen. De rollers van de breekmolens hebben veelal 18 à 20 Rijnlandsche duimen middellijn, en zijn ongeveer 4 voeten lang ( ) (Teenstra 1835 I: 255). 2. spil in een molen voor het zuiveren van katoen. Zie Teenstra 1835 I: 290, de eni...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

roller

ronde voorwerp wat gebruik word om iets plat of gelyk en vas te rol (deeg, tennisbaan).

2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

roller

rol, inktrol; wals; rolstok; rolletje, zwachtel; lange golf; slingerend schip; tuimelaar

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Roller

roller; schuiver (bij voetbal); sleperswagen; autoped (speelgoed); roller, zingende kanarie; molenaar.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Roller

m. (-s), 1. die rolt; 2. boemelaar, doordraaier; 3. (w. g.) zakkenroller; 4. (zeew.) zware golf, breker; 5. afz. geluidenreeks van sommige zangvogels, als nachtegalen, kanaries enz.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

roller

[woonwagen].