Wat is de betekenis van roken?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

roken

(1968) (euf.) drugs roken. • Jofele stad, rotterdam, zeker als je wat gerookt had, een hele kliene sien met al dat glas en steen, net of je in een ander land was. (Remco Campert: Tjeempie! of Liesje in luiletterland. 1968) • Gaan effe Joe Cocker bij mij draaien. Beetje roken. (Arie B. Hiddema: Dag heer. 1970) • 'Voor 1960,' zei hi...

2024-04-19
Jargon & Slang van Junkies en dealers

Marc De Coster (2017)

Roken

Roken - drugs roken.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

roken

roken - regelmatig werkwoord uitspraak: ro-ken 1. het brandend houden en eraan zuigen ♢ hij rookt sigaretten en sigaren 2. loslaten van grijze wolken ♢ het vuur rookt behoorlijk ...

2024-04-19
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

roken

De rook van sigaretten, sigaren en andere rookwaren tot in de longen inzuigen en daarna uitblazen. De longen zijn door de natuur gemaakt om schone lucht te verwerken, niet om rook binnen te krijgen van tabak, hasj, wiet, opium en andere genotsmiddelen die de mens heeft verzonnen om op te roken. Roken is dan ook ongezond: je gebruikt de longen voor...

2024-04-19
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

roken

Drugs gebruiken. Het inhaleren van tabaksrook is niet langer taboe. In drugterminologie camoufleert het begrip het inhaleren van illegale genotsmiddelen zoals cannabis, opium enzovoort. In de jaren zestig was het adagium van de druggebruikers: ‘Een tevreden roker is geen onruststoker.’ Dit spreekwoord werd al door Huizinga gesignaleerd maar kreeg d...

2024-04-19
De Tale Kanaäns woordenboek

J. van Delden (1982)

roken

een brand- of reukoffer brengen.

2024-04-19
Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Roken

I.zie Nicotine. II. (als conserveringsmethode): om vlees, spek, vis houdbaar te maken door er water aan te onttrekken en rookbestanddelen die bederf tegengaan (fenol, cresol, creosoot, formaldehyde, azijnzuur) te laten opnemen. Onvoldoende r. kan de rottingsprocessen binnenin niet tegengaan. Meerdere weken koud roken in de rookkamer (16-25°) bo...

2024-04-19
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

roken

1. Manier van tabakgebruik. Vooral bij inhaleren schadelijk voor de ademhalingsorganen door de tabaksteer en nicotine. 2. Methode om voedingsmiddelen te conserveren. De werking berust op wateronttrekking en de invloed van desinfecterende stoffen.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Roken

(rookte, heeft gerookt), 2. de rook van brandende tabak (pijp, sigaar, sigaret) inzuigen en uitblazen. © Passief roken. Ook niet-rokers krijgen in veel gevallen tabaksrook in de longen, nl. de rook die anderen in de lucht blazen. Een recent Japans onderzoek dat gedurende een periode van 14 jaar een groep van 265 000 volwassenen volgde, heeft a...