Wat is de betekenis van roep?

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

roep

roep - zelfstandig naamwoord 1. het roepen ♢ we hoorden de roep van de uil 1. de roep om... [een algemeen verlangen naar...] Zelfstandig naamwoord: roep de roep

2024-04-19
Het Lexicon van de gedragsbiologie

Mark Nelissen (1996)

roep

roep - Een simpel akoestisch signaal, dan veel eenvoudiger is dan een lied: het is veel korter en eenvoudig van structuur voor wat de fysische kenmerken betreffen, hoewel het onderscheid soms moeilijk te maken is (een r. kan wel eens langer zijn). Een r. wordt doorgaans gebruikt wanneer er eenvoudige informatie moet worden doorgegeven, bijvoorbeeld...

2024-04-19
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

roep

1. (R.-K.) Huwelijksafkondiging in de parochiekerk op drie op elkaar volgende zon- of feestdagen; huwelijksgebod. Ze denkt niet meer aan Lanssens... Ze wenscht hem van harte geluk met Leentje Mees... In de hoogmis, dezenvoormiddag, kregen ze hun eersten roep... Het deed haar niets. Ze was niet wrokkig, WACHTERS 1946, 77. 2. Uitroep. Ik kan je, in...

2024-04-19
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Roep

populaire benaming voor de afkondiging van een voorgenomen huwelijk (→ huwelijksafkondiging; officieel → proclamatie) op drie achtereenvolgende Zondagen of geboden feestdagen.

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

roep

geroep, stem (luid) verhef om iets mee te deel of om iem. of iets na jou te laat kom; ontbied; wek, skreeu, kreet.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Roep

s., rop.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Roep

m., 1. het roepen; wijze van roepen: de roep van de koekoek, van de roerdomp; 2. (-en), keer dat er geroepen wordt: een roep om hulp; — (R.-K., Zuidn.) huwelijksafkondiging in de parochiekerk op drie achtereenvolgende zon- of feestdagen, waarbij de gelovigen worden verzocht om mogelijke beletselen aan de pastoor kenbaar...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

roep

m. in bet. 2 -en; 1. het roepen, luid verheffen der stem; kreet; kreten, geschreeuw: luid klonk de roep van vrouwen; de roep van de koekoek; de roep om belastinghervorming (fig.); een ongeduldige roep; 2. R.-K. Z.-N. huwelijksgebod, huwelijksafkondiging in de kerk: ze hebben de tweede roep reeds gehad; 3. gerucht; gunstig: faam, roem: hij heeft (of...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Roep

Proclamatie, ook → huwelijksafkondiging.