Wat is de betekenis van Roemruchtig?

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Roemruchtig

adj. & adv., romroft.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

roemruchtig

bn., bw.; vermaard, beroemd: een roemruchtig held, een roemruchtig wapenfeit.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

roemruchtig

('ruchtəch) bn. en bw. (-er, -st) vermaard, beroemd : -e daden; een held.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Roemruchtig

Roemruchtig - bn. bw. (-er, -st), ROEMRUCHTIGLIJK, bw. (w. g.) vermaard, beroemd. ROEMRUCHTIGHEID, v.