Wat is de betekenis van roemen?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

roemen

roemen - regelmatig werkwoord uitspraak: roe-men 1. zeggen dat je ergens bewondering voor hebt ♢ deze politicus wordt geroemd om zijn slimheid Regelmatig werkwoord: roe-men ik roem jij/u...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Roemen

v., romje, romme, priiz(g)je; — over, roppe fan; het mag wel geroemd worden, it kin wol sprekken, sizzen, bisjen lije.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Roemen

(roemde, heeft geroemd), 1. (onoverg.) roem dragen, zich beroemen, zich verheffen (op): het roemen op ondervinding; 2. (bijb.) zich beroemen op God en de dingen van Zijn koninkrijk, d.i. dankbaar en met vreugde des harten de lof daarvan verkondigen: leren roemen in de genade; roemen in Gods heerlijkheid; 3. de lof verkondigen...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

roemen

roemde, heeft geroemd; 1. roem dragen, zich beroemen, zich verheffen op, meestal met op: roemen op ondervinding; 2. godsdienst: zich in God en zijn Koninkrijk gelukkig prijzen: leren roemen in de genade Gods, verheerlijken, loven; 3. de roem, de lof verkondigen van, prijzen: zij roemden om strijd de kracht hunner buffels; 4. kaartspel: aankondigen...

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

roemen

('roemən) (roemde, heeft geroemd) 1. roem dragen, zich beroemen, zich verheffen : roem niet, maar staal uw kracht in daden; roem niet te veel op uw ondervinding ; hij roemde dat hij er de overwinning had behaald; hij roemde dat te hebben bereikt; in niets dan in het kruis van Kristus. 2. dankbaar iemands lof verkondigen : (zich) in God. 3. d...

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Roemen

(roemde, heeft geroemd), zich verheffen op: roemen op ondervinding; de lof verkondigen van: zij roemden om strijd hun fraaie auto’s.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Roemen

Roemen - (roemde, heeft geroemd), prijzen, met lof gewagen (van iets of iem.): van dit gebouw roemt men vooral de zuiverheid van stijl; — (spr.) men moet den dag niet roemen, vóór het avond is, men kan dan pas met lof van iets gewagen, als men den geheelen afloop weet; ook gezegd als zinspeling op wat er nog gebeuren kan, op het...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Roemen

zie Loven.