Wat is de betekenis van Roem?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

roem

roem - zelfstandig naamwoord 1. heel bekend zijn ♢ de roem van Marco Borsato is ongekend 1. eigen roem stinkt [je moet niet zo opscheppen over jezelf] 2. op de vleugels van de r...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

roem

lof en eer, glorie, aansien; geroem, spog, roem dra; prys, die lof verkondig van.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Roem

s., rom, rop, gloarje.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Roem

m., 1. eigen lof; in de uitdr. roem dragen op iets, er trots op zijn; zich als verdienste toerekenen: hij draagt er roem op, dat zijn ondergeschikten voor hem beven; 2. lof en eer die aan iem. of iets door anderen wordt toegekend: zijn roem vestigen, verhogen, verliezen; zich met roem overladen; — zijn roem ove...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

roem

m.; 1. in zegsw. eigen lof, grootspraak: zegsw. ergens roem op dragen, zich verheffen op iets; 2. het geroemd worden, lof en eer, die aan iem. of iets door anderen wordt toegekend: de roem van Napoleon; de roem van Rembrandt; 3. persoon of zaak, waaraan iem. of iets anders zijn roem te danken heeft; de eerste, de beste, voortreffelijkste: de roem v...

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

roem

m. 1. Eig. 1. lof nl. a. eigen lof, grootspraak, pocherij, bluf: ergens op dragen, b. Bijb lof, aan een ander toegekend : al onze is in God c. lof door anderen toegekend : met overladen ; de van zijn geslacht hooghouden; zoeken te behalen; behalen, verwerven; zijn vestigen, verhogen, handhaven, verliezen; zijn wassende -; hij overdekte zich met...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Roem

m., eigen lof; meestal in de uitdr.: roem dragen (op iets), er trots op zijn, het zich als verdienste toerekenen; (zegsw.) eigen roem stinkt, men heeft geen respect voor de lof die iemand zichzelf toezwaait; lof en eer die aan iemand of iets door anderen wordt toegekend: zich met roem overladen; zijn roem overleven, na beroemd te zijn geweest in v...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Keur van Nederlandsche woordafleidingen

J.Pluim (1911)

Roem

(Os. krom), afl. op m van den Germ. wt. hro, Idg. kra of kar = prijzen. Vgl. ’t Lat. carmen = lofzang.