Roef
Zie Rudolf
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (...ven), 1. schuin oplopend deksel op een doodkist; 2. (bouwk.) strook zink die over een roeflat wordt gewerkt en waarin de opstaande kanten der zinkbladen worden opgesloten; 3. deel van een vrachtschuit of een klein jacht dat tot woning dient; 4. (eert.) overdekte plaats in een trekschuit.
M. J. Koenen's (1937)
I. v. roeven; dakvormige houten kap; dakvormige overkapping; inz. overdekt verblijf van niet grote afmeting in of op binnenvaartuigen; scheepskamertje; inz. in een trekschuit achter in: achteronder. II. tw.: klankn. van een geluid, ontstaan door snelle beweging, ter aanduiding van iets, dat plotseling en snel geschiedt; roef, roef! vlug, snel.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: