Wat is de betekenis van ritssluiting?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ritssluiting

ritssluiting - zelfstandig naamwoord uitspraak: rits-slui-ting 1. langwerpige sluiting van kleine metalen deeltjes die in elkaar grijpen ♢ de meeste regenjassen sluiten met een ritssluiting Zelfstandig naamwoord: rits-slui-ting ...

2024-04-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

ritssluiting

ritssluiting - Sluitingen die meestal bestaan uit twee rijen metalen of plastic tandjes bevestigd op stroken band langs de randen van een opening en voorzien van een glijdend gedeelte dat de opening sluit door de tandjes in een in elkaar grijpende positie te trekken.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ritssluiting

sluiting met ‘n ritssluiter; ritssluiter.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ritssluiting

v. (-en), sluitmiddel voor kleppen van kledingstukken, tassen en derg., bestaande uit twee stroken met metalen klauwtjes die door een verschuifbaar plaatje in elkaar gehaakt worden.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Ritssluiting

zie Treksluiting.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ritssluiting

v. -en; klanknabootsend; bepaalde sluiting: een tasje met ritssluiting.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ritssluiting

v. (-en) [rits Afsluiting van in elkaar grijpende metalen tandjes die door trekken geopend of gesloten kan worden : een jas, portemonnee met de werd 1905 door een Zweed uitgevonden.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ritssluiting

(-en), treksluiting.