ritselen
(1951) (inf.) op onrechtmatige wijze iets zien te krijgen; op een onopvallende wijze zijn voordeel met iets doen; stiekem regelen, bewerkstelligen. Het woord heeft altijd iets met slimmigheid, leepheid, durf te maken en bijna altijd gebeurt het ritselen niet helemaal rechtmatig. Syn. organiseren*, regelen, versieren. Vgl. verder nog matsen*. •...