Wat is de betekenis van Rippen?

2024-04-19
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

rippen

(werkwoord) afhandig maken, beroven [ict] (af)plukken, overzetten, inlezen

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

rippen

1) (1979) (Eng. to rip + pen) (drugs) stelen, beroven (meestal, maar niet altijd, van iemand die zelf het goed gestolen heeft). Ook: bedriegen, oplichten bij drugtransacties. Een 'rippie' is een beroving in het slang van druggebruikers. • Rippen: iemand onder bedreiging herome afpersen. (het Vrije Volk, 07/07/1979) • Fred is gespecialise...

2024-04-19
Jargon & Slang van Junkies en dealers

Marc De Coster (2017)

Rippen

Rippen - stelen, beroven (meestal, maar niet altijd, van iemand die zelf het goed gestolen heeft). In het voorjaar nog heeft een vent negen koffieshops op een rij geripped. - de Volkskrant 14.12.1985 Gaanjullie nou met dat zakmes maar even gezellig een ouwe vrouw rippen, oké? - Joost Zwagerman, Gimmick! (1989)

2024-04-19
Nick Felix

Nick Felix (2014)

Rippen

Rippen is het overzetten van een cd of dvd naar een computerbestand. Het is een verbuiging van het Engelse 'to rip' wat scheuren betekent. Het is echter niet zo dat de bij het rippen gebruikte schijfjes in stukken worden gescheurd als de data gedigitaliseerd wordt. Het kan handig zijn om informatie, beeld of geluid van een disc naar de harde schijf...

2024-04-19
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

rippen

Bargoens voor (iemand) bestelen. Vaak op gewelddadige wijze. Het slachtoffer is doorgaans iemand van wie geweten is dat hij geen aangifte zal doen omdat hij zelf op een weinig eerlijke manier aan de gestolen waar is gekomen. Afgeleid van het Engelse (slang)werkwoord ‘to rip’. Vooral in het jargon van druggebruikers waar ‘rippie’ een term voo...

2024-04-19
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Rippen

Rippen - (Eng. to rip + -pen), beroven. → ripdeal, rippartij. ‘Schrijf maar op, de vrouwen rippen hier ook,’ schreeuwde een man me ooit toe. Sietske Altink: Handel in hartstocht. Het prostitutiebedrijf in Nederland, 1995 Alhoewel, ik heb nooit een oude mevrouw beroofd. Ik heb echt weleens iemand geript, maar geen oude vrouwen. Nieuwe Revu, 21-05-9...

2024-04-19
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Rippen

ribben, van ribben voorzien; Tabak rippen, tabak strippen.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rippen

(ripte, heeft geript), (Zuidn.) 1. afristen; 2. openrijten.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rippen

ripte, heeft geript; Z.-N. afritsen, afrijten.