rilde
Slank, tenger. Het middeleeuws stadhuis met zijn rilde toren, CLAES 1950, 15. Hij is zeventien, slank, flink-geschouderd, doch te rilde van leen, TEIRLINCK 1952, 1, 39. Plots slaat een daver door dat rilde geraamte. De Burchtheer heft een bevende hand in de hoogte. Doch eer de vermaledijding kan losbarsten, valt de hand door de knieën en sto...