Wat is de betekenis van Rijksdag?

2024-04-16
Historische gids van de 20e eeuw

Liek Mulder (1996)

Rijksdag

De naam van het Duitse parlement van 1871-1942. Tijdens het Tweede Duitse Keizerrijk (1871-1918) werd de Rijksdag met algemeen mannenkiesrecht gekozen. De invloed was toen zeer beperkt, omdat de rijkskanselier niet zozeer het vertrouwen van de politieke partijen als wel van de keizer nodig had om te kunnen regeren. De Rijksdag was slechts een grond...

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rijksdag

m. (-en), 1. (oorspr.) een door de vorst tegen een bep. dag bijeengeroepen vergadering van rijksgroten, of van vertegenwoordigers der standen; 2. (in sommige staten) de kamers der vertegenwoordigers.

2024-04-16
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Rijksdag

naam van de volksvertegenwoordiging in vele staten: Duitsl. (1871-1945), Hongarije (tot 1945), Denemarken, Zweden.

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Rijksdag

m. -en; volksvertegenwoordiging o. a. in Duitsland, Hongarije; de vergadering.

2024-04-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Rijksdag

i/h oude Duitschland de vergadering der Rijkslanden, die over belangrijke vraagstukken v. regeeringsbeleid had te oordeelen; thans in Duitschland (en ook in eenige andere landen: Oostenrijk, Zweden, Denemarken) de naarn v/d volksvertegenw. De Duitsche r. telde tot 1918 397 leden; nadien is het aantal leden wisselend, al naar gelang v/h aantal uitge...

2024-04-16
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Rijksdag

1° In het oude Frankische en Duitsche Rijk oorspr. de vergadering van hoogen adel en geestelijkheid, door den koning bijeengeroepen ter raadpleging in gewichtige aangelegenheden. In Duitschland heeft zich dit sinds de 12e e. bestendigd tot een vaste bijeenkomst van de voornaamste wereldl. en geestel. rijksvorsten, waartoe later ook kleinere rij...

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rijksdag

('rijʞz) m. (-en) 1. Eert. door de vorst tegen een bepaalde dag bijeengeroepen vergadering van de groten van het rijk : de van het Heilige Roomse Rijk. 2. Algm. vergadering van volksvertegenwoordigers in sommige landen : de Duitse -.

2024-04-16
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Rijksdag

is de naam van een regeringslichaam o.a. in Zweden en in Duitsland. In Zweden bestaat hij uit twee kamers, in Duitsland uit één kamer, waarvan in den loop des tijds de samenstelling, de betekenis en de bevoegdheden zijn veranderd. Met den ouden Duitsen Rijksdag heeft de Rijksdag, die in 1867 werd ingesteld door den Duitsen Bond, allee...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rijksdag

Rijksdag - in het vroegere Duitsche rijk de vergaderingen der rijksstenden ; thans de naam van de volksvertegenwoordiging van den NoordDuitschen Bond, sedert 1871 van het Duitsche Rijk, 1871 382, sedert 1874 397 leden, volgens alg. kiesr. in enkelv. distr. gekozen. In 1917 werd voor ’t vervolg het aantal uitgebreid ; de Revolutie van 1918 deed dit...