rij
rij - zelfstandig naamwoord 1. aantal mensen of dingen naast of achter elkaar ♢ er stond een rij mensen voor het loket 1. ik moet de dingen op een rijtje zetten [er eens over nadenken] ...
Muiswerk Educatief (2017)
rij - zelfstandig naamwoord 1. aantal mensen of dingen naast of achter elkaar ♢ er stond een rij mensen voor het loket 1. ik moet de dingen op een rijtje zetten [er eens over nadenken] ...
Marc De Coster (2017)
Rij - 'zoveelste doelpunt, overwinning op rij': achtereenvolgend. Oorspronkelijk een Vlaamse uitdrukking, thans algemeen ingeburgerd in Nederland, ook buiten sportkringen.
B.D. Poppen (2000)
De rij is uit drie even dikke planken (van beukenhout) van 21⁄2 cm samengesteld, die staand tegen elkaar gelijmd en geschroefd zijn en wel zo dat de houtnerf van de middelste plank tegengesteld is aan de van de bovenste en onderste plank. De zuiver rechte en overal even dikke balk is 20 cm langer dan de diameter van de steen, ca. 12 cm breed en 71⁄...
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., rige, rigel(e), rits, rûts; een - (beginnen te) vormen, (oan)rigelje; op -en uiteenzetten, (út)rigelje; -tje, rûfeltsje (it).
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. opeenvolging of aaneenschakeling van gelijksoortige voorwerpen of personen, die meestal in een rechte lijn zijn geplaatst of gerangschikt: een rij huizen, bomen ; — rij aan rij; — aan (in, op) een rij, aan (in, op) rijen ; — (eert. in het krijgswezen) het aantal manschappen dat in de normale stell...
M. J. Koenen's (1937)
v. -en, rijtje; 1. reeks; van soldaten: gelid: een rij huizen, rij aan rij; aan een rij; in rijen; in een rij, in de rij lopen; op een rij; de rijen strijders; ook fig. de rijen zijner volgelingen; de eerste rijen in de stalles, reeks zetels; zegsw. van de rij, van ’t rijtje af, naar volgorde te werk gaan; een bonte rij, menigte personen of z...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-en), 1. opeenvolging of aaneenschakeling van gelijksoortige voorwerpen of personen, die meestal in een rechte lijn zijn geplaatst of gerangschikt: een rij huizen, bomen, mensen; aan rij; in de rij staan, met een aantal mensen deel uitmaken van een rij, b.v. voor een loket, om zijn beurt af te wachten; in de lopen, in geregelde orde achter e...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: