Rieten
Zie Hendrik
Muiswerk Educatief (2017)
rieten - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: rie-ten 1. gemaakt van riet ♢ de boerderij heeft een rieten dak Bijvoeglijk naamwoord: rie-ten
J. van Donselaar (1936)
(riette, heeft geriet), slaan met een zwiepend stokje o.i.d. Als papa ‘t verveelde bakste hij je smoel, of hij riette je met heftig afstraffende hand (Cairo 1978b: 77). - Etym.: Vgl. AN ‘Spaanse riet’ = rotting, een stuk stengel van rotan (een palmsoort), vroeger o.m. gebr. om te tuchtigen. - Zie ook: zwepen.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., van riet, uit riet (vervaardigd): een rieten dak ; — een rieten stoel, met zitting van riet ; (ook) geheel van Spaans riet gemaakt.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., van riet, uit riet (vervaardigd): een rieten dak; een rieten stoel, met zitting van riet; (ook) geheel van rotan gemaakt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: