Wat is de betekenis van rieken?

2025-06-23
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rieken

(rook, heeft geroken), 1. in Z.-Ned. het gewone woord voor ruiken ; (Zuidn.) iem. niet kunnen rieken, niet kunnen luchten, niet kunnen uitstaan; 2. (litt. t.) een aangename geur verspreiden : de rozen rieken; 3. (bijb.) een onaangename geur van zich geven, stinken: hij riekt al, want hij heeft vier dagen aldaar gelegen (...

2025-06-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rieken

rieken - onregelmatig werkwoord uitspraak: rie-ken 1. waarnemen met je neus ♢ het riekt hier heerlijk! 2. een geur verspreiden ♢ waar riekt het hier naar? 1. dat ri...

2025-06-23
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

rieken

in België vaak voor: ruiken. Het zaaltje achter manege Far West tussen Mol en Meerhout riekt op maandag, woensdag en vrijdag naar massageolie en zweet. - HV, 14-02-2004. - iemand niet kunnen rieken, iemand niet kunnen uitstaan, luchten. - daar kan hij niet aan rieken, daar kan hij niet aan tippen.

2025-06-23
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

rieken

Mullebrouck (1984) kent voor Vlaanderen, de verwensing ga riekt het! Rieken is een nevenvorm van ruiken. Navraag in 1999 leerde dat de verwensing ook nu nog bekend is, want 33 van de 111 zegslieden bevestigden dat. De oorspronkelijke betekenis ‘met de reukzin gewaarworden’ heeft in deze verbinding een emotionele gekregen d...

2025-06-23
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

rieken

In Vl.-België het gewone woord voor: ruiken; - iem. niet kunnen rieken, iem. niet kunnen luchten, uitstaan. Luc heeft enkele trouwbrieven verzonden aan studiemakkers en vrienden. Vader Verstegen en de steenbakkers uit de streek moeten het maar rieken wanneer hij trouwt, WACHTERS 1946, 178. Nu had ik Tamboer van mijne kant ook liggen. H...

2025-06-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rieken

v., rûke, in lucht oan, by jin hawwe; kwalijk —, stjonke.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rieken

rook: h. geroken; reuk verspreiden: de rozen rieken; de man rook naar brandewijn; fig. zie mutsaard; Z.-N. ruiken.