Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)
Eentonige bebouwing van arbeiderswoningen die uit commercieel oogmerk is opgezet met de bedoeling om op een zo gering mogelijk oppervlak zoveel mogelijk woningen te bouwen. Vooral in de periode 1865-1900. De kwaliteit van deze door speculanten-eigenbouwers in hoog tempo opgetrokken rijen huizen liet zeer te wensen over. Voorbeelden: Kinkerbuurt en...
Duttendael
Revolutiebouw is de naam voor niet-solide huizenbouw met slechte materialen in de grote steden, die in een hoog tempo zijn gerealiseerd.
Van Dale Uitgevers (1950)
m., onsolide huizenbouw van slechte materialen (in de grote steden) vóór de woningwet.
Winkler Prins (1949)
vaak voorkomende „moderne” huizenbouw in grote steden: onsolide, alles op een koopje, van de slechtste materialen, wel „ogend”, maar vol verborgen gebreken.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
De sterke bevolkingsvermeerdering der West-Eur. groote steden na 1850, als gevolg van hygiënische (bevolkingsvermeerdering) en economische (trek naar de groote stad) factoren, heeft geleid tot het ontstaan van speculatiebouw van woonhuizen. Deze werden nl. niet meer opgericht op bestelling van den toekomstigen bewoner, doch door een ondernemer...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
